Voor het uitbroeden
van de eieren moet de broedmachine kan de temperatuur op ca. 37,5 graad worden
ingesteld en de luchtvochtigheid verhoog je tot ongeveer 40-50%. Vanaf de 22ste
dag moet de vochtigheid verhoogd worden tot rond de 60-70%.
Na 28 dagen kondigen de eerste kuikens zich aan en dan duurt het nog zo'n
twaalf uur voordat ze uit het ei kruipen. Laat de kuikens in de broedmachine
totdat ze uitgerust en droog zijn en actief worden. Daarna mogen de
kuikens in de opfokbak onder een warmteplaat of lamp. Daar blijven ze
Stap 1. Zet de broedmachine
aan zonder de eieren en laat hem 4 uur draaien, het is bij deze machines
belangrijk dat ze in een ruimte staan waar de temperatuur constant is, tussen
18 en 22 graden.
Stap 2. Kijk hoe de
temperatuur in de broedmachine zijn. Dit kun je aflezen in het display. De
temperatuur zou rond de 37,5 graden mogen zijn. Als de broedmachine te warm of
te koud staat ingesteld kun je dit aanpassen. Je kunt je de temperatuur zo bijstellen:
druk op Set, daarna op de + of – tot je
bij de gewenste temperatuur bent en dan weer op Set. Je hoort dan een harde
piep.
Stap 3. Kijk hoe de
luchtvochtigheid in de broedmachine is. De luchtvochtigheid is voor
eendeneieren perfect als het rond de 40% -50% zit. Dit kun je op het digitale
scherm aflezen. Als de luchtvochtigheid te laag is kun je in de bodem van de
broedmachine water doen. In het begin gebruik je meestal alleen de kleine
vakjes en de laatste dagen ook de grote.
Stap 4. Laat de
broedmachine weer een paar uur draaien zonder eieren
Stap 5. Kijk of de gewenste
luchtvochtigheid en temperatuur zijn bereikt. Is de temperatuur of de
luchtvochtigheid nog niet stabiel of naar wens? herhaal dan stap 2 t/m4. Alles
goed en stabiel is, mogen de eieren in de broedmachine gelegd worden. Je legt
ze in het keerrooster met de punt naar beneden.
Als je de eieren in de broedmachine legt zal de temperatuur zakken, dit komt doordat de koude massa van de eieren langzaam verwarmt moet worden. Belangrijk: stel de temperatuur nu niet bij, de thermostaat zorgt ervoor dat de gewenste temperatuur vanzelf wordt bereikt. Het is de bedoeling dat de broedmachine t/m de 22ste dag op deze temperatuur en luchtvochtigheid blijft. Je zult hiervoor het water in de broedmachine dagelijks, of om de dag bij moeten vullen.
Stap 6. Eieren schouwen. De broedtijd voor eendeneieren is ongeveer 28 tot 30 dagen. Om een goede indruk te krijgen of een ei daadwerkelijk bevrucht is en dus levensvatbaar, is het mogelijk om het ei eerder al te schouwen. Eieren schouwen kun je doen door bijvoorbeeld het ei op een schouwlamp te plaatsen. Je moet hierbij zoeken naar adertjes die je door het ei kunt zien lopen. Hieruit kun je afleiden of er een eendje aan het groeien is. Het hangt van het ei af hoe vroeg je kunt schouwen. Afhankelijk van de dikte en kleur van de schaal kan dit reeds bij 6 dagen, of juist pas bij 10 dagen. Als het ei licht van kleur is, kun je al vroeg zien of er aderen door het ei lopen. Als het ei donkerder is, kun je beter wachten tot het ei wat langer bebroed is. De ontwikkeling is dan namelijk wat verder; dit maakt het gemakkelijker te zien of er een embryo in zit.
Stap 7. Op de 22ste dag
mag de luchtvochtigheid verhoogd worden tot 60-70%, vul eerst een groot vak met
water, daarna nog 1 etc. tot dat je bij de gewenste luchtvochtigheid bent. De
eieren mogen nu ook uit het keersysteem
gehaald worden en op het uitkomst rooster worden gelegd. Rond de 28-30ste
dag zullen de eieren aangepikt worden en
komen de kuikens uit het ei.
Als de baby eendjes,
eendenkuikens of pulletjes zijn uitgekomen, blijven ze vaak nog een dag in de
broedmachine om geheel op temperatuur te komen en goed op te drogen. Daarna
kunnen ze worden overgeplaatst naar een kunstmoeder, veelal in de vorm van een
warmtelamp of warmteplaat.
Extra tip:
Broedeieren
Het hangt af van bepaalde factoren of een eendenei een goed broedei is. Ook hierbij is het belangrijk goed op de hoogte te zijn, zodat je alle facetten op elkaar kunt afstemmen om je kansen te vergroten. Goede broedeieren moeten een goede vorm hebben, eigenlijk zoals normale (kippen)eieren dat hebben. Ze moeten een goede omvang hebben, niet misvormd of beschadigd zijn en besmeurde eieren vallen als goede broedeieren ook buiten de boot. Eieren met ontlasting en modder erop, hebben een kleinere uitkomstkans om dat de smurrie de gaswisseling tussen het ei en de buitenlucht belemmert. Je mag ze namelijk niet schoonmaken, want dan verwijder je een natuurlijk beschermend laagje en raken de poriën waardoor het eendenkuiken kan ademen verstopt. Het embryo zal dan sneller kunnen sterven. Eendeneieren kunnen vooraf aan het uitbroeden worden bewaard bij een constante temperatuur van ongeveer 10 tot 14 graden en bij een lage luchtvochtigheid van 45%.